Wat staat het vaak mijlenver uit elkaar: het ideaal plaatje van de gedroomde vacature-kandidaat en de eikel (geef maar toe, soms vind je dat gewoon) die je nieuwe collega óók blijkt te zijn, als ie eenmaal door zijn pro
En je had je nog wel zo goed voorbereid. Want deze keer zou het je niet overkomen, een mismatch tussen wat je zoekt en wie je krijgt voor deze belangrijke rol in je bedrijf. Je verdiepte je in jouw A-players: wat ze in huis moeten hebben, wat ze juist níét doen en hoe ze de cultuur van jouw bedrijf versterken. Het leverde een indrukwekkend lijstje op van kennis, competenties en persoonlijkheid vereisten.
Al deze specificaties schreef je op in een ronkende vacaturetekst. Je was er stiekem trots op: nú had je eindelijk de kern te pakken. Sterker nog, het was dat je al een baan had, anders zou je zelf solliciteren.
Dat je een schaap met 8 poten bleek te zoeken, merkte je aan het geringe aantal reacties dat door je eerste screening kwam. Dus stelde je je eisen bij en schrapte één en ander uit het ideale functieprofiel.
De selectiegesprekken deed je volgens een vast format. Dit om te voorkomen dat je halverwege het proces, onbewust je selectiecriteria overboord zou gooien.
En toen was daar Luuk. Eén bonk aanstekelijk enthousiasme, precies de goede achtergrond en ervaring, sportief, geestig, ondernemend. Luuk was degene naar wie je al zo lang zocht.
Een half jaar later bracht diezelfde Luuk je tot waanzin. De andere kant van dat aanstekelijk enthousiasme en die ondernemingslust was namelijk dat hij de concentratieboog van een garnaal had en werkelijk niets af maakte waaraan hij was begonnen. En wie kon de gaten dichtrijden? Jij dus. Het leek wel of je zijn baan er nu bij had. Dat kon zo niet langer.
Dus je poetste je feedback skills op en je voerde menig gesprek met Luuk. Je klaagde bij collega’s, die herkenden wat je zei over Luuk maar die ook unaniem erg blij van hem werden en zijn geestdrift roemden.
Luuk ging op cursus en Luuk ging zijn stinkende best doen om aan alle vereisten te voldoen. Want als Luuk 1 ding wilde, dan was het wel dat iedereen blij met hem was.
Er kwamen SMART afspraken over hoe Luuk zijn rol betrouwbaarder kon invullen. En met deze vinger aan de pols, veranderde Luuks bulderend vuur, gestaag in een klein waakvlammetje. Als een langzaam dovend licht.
En toen kwam het moment dat je je ineens realiseerde dat er een grens zit aan de kneedbaarheid van de mensen met wie je werkt. Het kwartje viel toen je collega zei: “stop met schaven. Accepteer het zoals het is. Voeg het werk naar hoe híj is, in plaats van andersom”.
Alleen al deze gedachte luchtte je op. Het was eigenlijk zo logisch ook. Elk mens is uiteindelijk ook zoals ie is. Niet alles is te vormen naar hoe je denkt dat het moet en bovendien: wat wilde je er nou uiteindelijk mee bereiken?
Het laatste gesprek met Luuk ging over het herverdelen van taken en verantwoordelijkheden. De uitkomst was dat hij voortaan op zijn start-energie kon knallen. Het afmaken van zaken droeg hij over aan een collega. Daarna ging alles zo vanzelf, dat er geen gesprek meer volgde. Wel champagne. Op alle nieuwe klanten die hij had weten binnen te halen.
Een sterk werkgeversmerk is een magneet voor toptalent, maar hoe bouw je dat merk?
Hoe komt het dat het ene bedrijf binnen no time vacatures vervuld, terwijl het andere bedrijf moet trekken aan iedere sollicitant die een beetje geïnteresseerd is?