Ziek worden, het kan iedereen gebeuren. Maar een werkgever die meelevend is en heeft nagedacht over een re-integratietraject, dat heeft niet iedereen. Een voorbijganger vertelde mij laatst een interessant verhaal...
Op deze mooie julidag, klap ik m’n laptop een uurtje eerder dicht. Buiten lokt en buiten zijn keeps me sane. Het is heerlijk om te weten dat je dit zonder gewetensnood kan doen: work hard, play hard.
Ik gooi mijn roeiboot in de Amstel en roei met lome slagen de zomer-namiddag in. Na een tijdje merk ik dat ik gezelschap heb vanaf de kant. Ik kijk opzij in het vriendelijke gezicht van een fietser. Hij draagt behalve een helm, ook een soort brace die via zijn nek, dat met beide polsen is verbonden. Daarnaast houdt hij in één hand een groot plastic krat met wieltjes en een deksel. Terwijl ik nadenk over deze bijzondere combinatie, maakt hij contact: “Hoi! Hoe gaat het?”
“Goed” zeg ik.
“Roei je vaak?” vraagt hij.
“Weer steeds vaker” antwoord ik.
Dan worden we gescheiden door een lange rietkraag.
Aan het einde daarvan, is hij er nog steeds en praat hij verder... of ik last heb gehad van de corona crisis en hoe vaak ik dan nog roei. Hij is kennelijk toe aan een praatje. Ik besluit het over een andere boeg te gooien en vraag naar zijn brace. Er volgt een verhaal over een gebroken schouder na een onfortuinlijke val tijdens het schaatsen, afgelopen winter. Het maakte zijn werk als financial accountant lange tijd niet mogelijk. Inmiddels gaat het weer een stuk beter, al zit zo’n brace nogal in de weg als je met een grote krat wil fietsen. Vandaar dat hij hem maar even via zijn nek, naar beide polsen heeft geleid. Het lijkt mij weinig support geven op deze manier en dat is hij roerend met mij eens. Maarja, er moet ook een krat vanuit Amsterdam naar Amstelveen worden gefietst en daar heb je gewoon allebei je handen voor nodig dus nu doet hij het even zo. Hij kijkt me met een praktische blik aan.
Ik vraag of er goede begeleiding is vanuit zijn werkgever.
Er volgt een verhaal over een een gedegen re-integratietraject onder begeleiding van een arbo arts en een werkgever die vindt dat het allemaal te lang duurt. Met name dat laatste ervaart de fietser als heel vervelend.
Op goed moment heeft de werkgever aangegeven dat hij de fietser op maandag gewoon weer op kantoor verwachtte. Het moest maar eens klaar zijn. De werkgever zei het niet, maar je hoorde de woorden “met deze flauwekul” er achter.
De fietser lijkt mij iemand die zijn opdrachten zeer nauwgezet en trouwhartig opvolgt. In dit geval heeft hij precies uitgezocht welke verplichtingen werkgever en werknemer hebben bij reintegratie en weet hij dus dat het advies van de bedrijfsarts gevolgd moet worden. Dat zijn werkgever “op de stoel van de bedrijfsarts” ging zitten, maakt hem erg boos.
Ik zeg dat ik me dat kan voorstellen.
“En hoe is het nu?” vraag ik hem.
“Nu vind ik hem een l*l” zegt hij. “Ik doe er alles aan om te herstellen. Ik heb een rottijd achter de rug met veel pijn, waarin ik niets kon en rechtop in bed moest proberen te slapen. Ik merk aan zijn kant alleen maar irritatie over het feit dat ik er zolang uit lig. Dat werkt niet bepaald stimulerend om terug te komen”.
“En schaatsen?” vraag ik. “Ga je dat ooit weer doen?”
“ O zéker!!” Hij roept het zonder aarzeling.
Hij vertelt bevlogen over de Elfstedentocht. Hij heeft een startbewijs. Verkregen in het jaar nadat de laatste Elfstedentocht is verreden. En sindsdien vriest het niet meer... Behalve afgelopen winter! Dus geen wonder dat hij ging.
“Met geen mogelijkheid kunnen ze me dan op kantoor houden. Als er ijs ligt, dan ben ik pleite”. Maar ja, de souplesse was er na al die jaren wel wat af. Vandaar ook de val waarschijnlijk.
Ook daarover had hij al nagedacht. Kijkend naar een rugbywedstrijd, had hij ineens het heldere idee gekregen dat een rugbykostuum perfecte bescherming zou bieden aan zijn schouders: lekker breed en met veel protectiemateriaal.
Ineens heb ik een ingeving: “en dan vraag je je werkgever of hij je wil sponsoren!!”.
Hij kijkt me even aan en moet dan heel hard lachen.
Ik zie het helemaal voor me: de fietser, gehuld in een rugby kostuum, scherend over de Friese wateren. De naam van zijn werkgever in chocoladeletters op rug en borst.
Employer branding in optima forma.