Hoe zorg je ervoor dat diversiteit geen marketingtruc wordt, maar een gegeven. Het er gewoon ‘is’, zonder het te moeten uitstralen. Ik ben bekend met het fenomeen rainbowwashing. Was dat hier gaande?
Roos, mijn marketing-vriendin vraagt of ik even kan bellen. Natuurlijk kan ik dat, voor haar maak ik graag tijd.
Roos: ‘Hi Nina, even een vraagje he, het is Pride Month en dat leek ons een leuk onderwerp voor een blog’
Ik voel de bui al hangen.
Nina: ‘Aha, en nu dachten jullie: laat ik Nina als enige lid van deze gemeenschap binnen VIE People vragen om daar iets over te schrijven.’
Roos: ‘Haha, nou eigenlijk wel ja.’
Ja mensen, zo begint het dus. Alleen deze vraag al triggert voor mij een interne tweestrijd. Word ik hier nu ingezet als een commercieel paradepaardje? Een diversiteitstrofee, die even wordt opgepoetst, waarbij we laten zien hoe divers en inclusief we zijn?
OF is dit een kans om mensen te informeren, mijn verhaal te vertellen en voor onze scale-ups misschien een positieve verandering te brengen. En op deze manier voor een inclusiever werkveld te zorgen?
Hoe zorg je ervoor dat diversiteit geen marketingtruc wordt, maar een gegeven. Het er gewoon ‘is’, zonder het te moeten uitstralen. Ik ben bekend met het fenomeen rainbowwashing. Was dat hier gaande? Werd ik zojuist ondergedompeld in een poel van aan mijn lijf plakkende regenboog confetti om de wereld te laten zien hoe inclusief VIE People is? Ik heb zelf namelijk een lichte (lees, vreselijke) apathie tegen bedrijven die op 1 juni de regenboogvlaggen uithangen en vervolgens op 1 juli denken: pride month voorbij, regenboogvlaggen kunnen de kast weer ín (pun intended). We hoeven er weer een jaartje niet over na te denken, tot we op 1 juni de vlaggen weer afstoffen.
En dat terwijl ik in mijn leven al vaak ‘uit de kast ben gekomen’, en dat echt niet alleen in juni.
Op mijn 22ste bij mezelf en bij mijn beste vriendin.
Op mijn 24ste bij mijn familie.
Op mijn 25ste toen ik bij VIE People kwam werken.
Op mijn 26ste bij mijn huisarts.
Twee weken geleden nog, bij mijn nieuwe collega.
En nog vele malen die gaan komen:
Elke keer als ik mensen voor het eerst ontmoet.
Elke keer als ik bij nieuwe klanten start.
Elke keer als ik de vraag krijg: ‘heb je een vriend?’
Elke keer als ik een sollicitatiegesprek voer.
En ga zo maar door, nog te verstrijken tijd vult deze lijst vanzelf aan.
Ik weet binnen VIE People, als ik ergens mee zit kan ik altijd bij een mede-VIE’er aankloppen om het er over te hebben. Ik open het gesprek met Reindert. Hij stelt me de vraag: ‘Maar hoe is dit nou eigenlijk voor jou?’ En daar heb je hem als je het mij vraagt: de heilige graal. De vraag waar het allemaal eigenlijk echt om draait. Het gesprek, het contact, de nieuwsgierigheid en het willen begrijpen hoe het voor een ander is. En dat is wat VIE People doet, waar we voor staan en hoe we de wereld een stukje mooier maken.
En ineens herinner ik me een Officevibe (mijn favoriete HR tool) berichtje dat ik een tijd terug heb gestuurd. Namelijk deze (2 maart 2022):
“De laatste vraag die ik zojuist kreeg of ik me veilig voel om geheel mijzelf te zijn in het team. Het antwoord daarop is volmondig ja, ik denk zelfs dat ik me nog nooit zo fijn en open heb gevoeld als bij VIE People. Dus realisatiemoment: ik waardeer dit zo erg, omdat ik ook de andere kant van de medaille ken.
Ik heb het gevoel dat ik niet alleen ruimte krijg om te zijn wie ik ben, maar ook nog eens ruimte om te ontwikkelen naar ‘nog meer mezelf.’ Ik heb mezelf nog nooit zo vrij gevoeld. Het stukje mezelf mogen zijn en het gevoel krijgen dat ik er helemaal mag zijn, heeft VIE People en in grotere maten team 010 (misschien onbewust) mij enorm geholpen.
Jullie laten mij niet alleen veilig voelen om mezelf te zijn, jullie applaudisseren het. Ik vind het fantastisch mooi en zit dit met tranen in mijn ogen te tikken, ik wil jullie bedanken.”
En weer bekruipt me dit gevoel, dit zegt genoeg. Ik zit hier op mijn plek. Dus lieve VIE’ers, nogmaals: ik wil jullie bedanken! En kan niet wachten tot de eerstvolgende teamborrel de vraag weer wordt gesteld: ‘Hey Nien, hoe gaat het met de vrouwen?’
Een sterk werkgeversmerk is een magneet voor toptalent, maar hoe bouw je dat merk?
Hoe komt het dat het ene bedrijf binnen no time vacatures vervuld, terwijl het andere bedrijf moet trekken aan iedere sollicitant die een beetje geïnteresseerd is?